‘Op zoek naar slimme financiële prikkels’

Voldoende inkomen voor boeren is cruciaal voor een geslaagde transitie naar een toekomstbestendige landbouw. Dat zegt Guido Landheer, opdrachtgever bij het ministerie van LNV voor het programma GLB-NSP. “Een van de grote uitdagingen is om de juiste financiële prikkels te bedenken zodat zoveel mogelijk boeren meedoen aan de eco-regelingen.”

Tijdens het gesprek komt het begrip ‘verdienvermogen’ regelmatig terug. Natuurlijk gaat het in het nieuwe GLB om een verdere vergroening van de landbouw. Daar zijn de eco-regelingen op gericht. De voedselproductie moet toekomstbestendig worden. Dat lukt alleen als boeren voldoende inkomen verdienen, zegt hij.

Landheer is macro-econoom en werkt al geruime tijd bij de rijksoverheid. Sinds een jaar is hij directeur van de LNV-directie Europees, Internationaal en Agro-economisch beleid (EIA). Daarvoor werkte hij bij drie andere ministeries. Vanuit zijn functie als EIA-directeur is hij samen met Jeroen Smarius van het IPO opdrachtgever van het programma dat moet leiden tot een succesvolle invulling van het nieuwe GLB. Hij is ook vicevoorzitter van de maatschappelijke begeleidingsgroep.

Is dit voor u een puur ambtelijke klus?

“Zo zie ik dat helemaal niet. Ik werk bij de overheid om een verschil te kunnen maken in de samenleving. In dit geval gaat het om verduurzaming van het voedselsysteem. Daar heeft iedereen mee te maken. Ik wil daar graag een bijdrage aan leveren. De weg naar een toekomstbestendige landbouw vraagt veel van alle betrokken partijen, zeker ook van boeren. Zo’n transitieproces is ingewikkeld, er staat spanning op. Dat vind ik uitdagend, ik zet daar graag mijn tanden in.”

Wat zijn de kerndoelen van het nieuwe GLB?

“De landbouw in Nederland heeft alleen toekomst als bij de productie meer rekening wordt gehouden met het klimaat, de bodem, het milieu en de biodiversiteit. Dat is ook de opdracht vanuit de Europese Commissie. We moeten op weg naar een vorm van kringlooplandbouw. De instrumenten in het GLB-NSP kunnen dat veranderingsproces stimuleren door slimme financiële prikkels voor agrarische ondernemers te bedenken. Toekomstbestendige landbouw zijn voor mij ook economisch weerbare bedrijven.”

De opstelling van het GLB Nationaal Strategisch Plan loopt al een tijd. Waar staan we nu?

“We lopen een proces door waarvan de precieze stappen door Brussel zijn vastgesteld. De sterkte/zwakte analyse van de Nederlandse landbouw is voor 70% klaar. Ook de behoefteanalyse is bijna zover. Beide analyses zijn belangrijke bouwstenen en bepalend voor de interventies in het nieuwe GLB, bijvoorbeeld de eco-regelingen. De inzet is om rond de zomer van 2021 politieke besluiten te nemen over dat GLB-interventiemodel. Het GLB-NSP gaat dan begin 2022 naar Brussel voor goedkeuring door de Europese Commissie. Maar laat ik niet vergeten dat we tegelijkertijd in de praktijk bezig zijn om nieuwe interventies te bedenken en te toetsen op boerenbedrijven. Dat gebeurt in de GLB-pilots en daar gaan we komende jaren nog mee door.”

Wat zijn de grootste uitdagingen?

“Lastig is dat in Brussel nog belangrijke beslissingen genomen moeten worden over het nieuwe GLB, terwijl wij hier in Nederland proberen voortgang te maken. De Europese spelregels kunnen dus nog veranderen. Daar moeten we mee dealen.

Een andere uitdaging is de verdeling van het GLB-budget. Het gaat erom de middelen zo effectief mogelijk in te zetten en daarbij ook te kijken naar andere subsidiebronnen, buiten het GLB, want niet alles hoeft vanuit Brussel te worden gefinancierd.”

Wat wordt gedaan om draagvlak voor het transitieproces te creëren?

“Dat is een van de belangrijkste onderdelen van ons programma. Om draagvlak te creëren, betrekken we maatschappelijke organisaties en ondernemers in de agrarische keten bij het proces. Daarvoor is de maatschappelijke begeleidingsgroep opgericht. De GLB-pilots zijn hiervoor ook van groot belang, veel boeren zijn daarbij betrokken. De website ToekomstGLB speelt hierbij ook een rol. Dit najaar worden ook webinars op deelthema’s georganiseerd, zoals over een puntensysteem voor de eco-regelingen. Op 3 december is er weer een grote bijeenkomst voor de stakeholders, waar we de hoofdlijnen van het nieuwe GLB met een groter publiek delen. Kortom, we proberen er alles aan te doen om zoveel mogelijk mensen en groepen bij het GLB-NSP te betrekken.”

De invoering van het nieuwe GLB is uitgesteld. Wat betekent dat?

“Er komt een overgangsperiode van zeer waarschijnlijk twee jaar, 2021 en 2022. In die periode verandert er weinig. Kort samengevat: oude regels, nieuw geld. We willen wel accenten leggen. Bestuurlijk is afgesproken dat door een extra inzet van 24 miljoen, afkomstig van provincies en rijk, we het programma op huidige niveau houden. We werken aan subsidieprogramma’s voor boeren om investeringen te doen op het terrein van stikstof, biodiversiteit en bijvoorbeeld kringlooplandbouw.”

De omvang van het GLB-budget is voor een groot deel bepalend voor de slagingskans van het transitieproces in de landbouw. Eens?

“Dat klopt. Het leek er lang op dat het Europese GLB-budget behoorlijk omlaag zou gaan. De uitkomst van de onderhandelingen in juli over het Meerjarig Financieel Kader voor de Europese Unie zijn wat dat betreft positief. De bezuinigingen lijken mee te vallen, alhoewel het laatste woord hierover nog niet is gezegd.”

Wanneer is uw missie als opdrachtgever van het GLB-NSP proces geslaagd?

“Punt op de horizon is een toekomstbestendige landbouw met economisch weerbare bedrijven. Als we met het nieuwe GLB een flinke stap in die richting zetten, vind ik mijn missie geslaagd.”

GLB Nationaal Strategisch Plan is een samenwerking van: