WUR: forse inkomensdaling door groener GLB

Het nieuwe GLB kan fors effect hebben op het inkomen van agrarische ondernemers. De mate van inkomensdaling is afhankelijk van de keuzes die in Nederland worden gemaakt. In alle scenario’s daalt het inkomen van boeren. Dat blijkt uit een studie van de Wageningen Economic Research (WEcR).

WEcR heeft de studie gedaan in opdracht van LNV-minister Carola Schouten. Aanleiding was de door de Tweede Kamer aangenomen motie (motie Bisschop, 22 mei 2019) om de eerder door het ministerie gepresenteerde GLB-scenario’s door te rekenen op de inkomenseffecten voor boeren.

Kamerbrief GLB-scenario’s

Die motie werd aangenomen na een Kamerdebat over verschillende GLB-scenario’s zoals die ware omschreven in de Kamerbrief van 8 mei 2019. In die scenario’s wordt meer nadruk gelegd op respectievelijk groen-blauwe diensten, innovatie en investeringen, en leefomgeving en klimaat.

Doel was om de discussie over de mogelijk keuzes voor het nieuwe GLB op gang te brengen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de procentuele verdeling tussen het budget voor inkomenssteun en die voor eco-regelingen binnen pijler 1 en om de omvang van het budget dat wordt overgeheveld van pijler 1 naar pijler 2.

Via de motie werd daar nog een scenario aan toegevoegd waarbij minimaal 60% van het budget voor directe betalingen wordt gereserveerd voor inkomenssteun aan boeren (scenario Bisschop). Inclusief het scenario ‘Handhaven status quo’ gaat het dan om vijf scenario’s die WErC heeft doorgerekend.

De verschillende scenario's
Scenario Aandeel inkomenstoeslag 1e pijler Aandeel toeslag eco-regeling in 1e pijler Overheveling van budget van 1e naar 2e pijler
Handhaven status quo 92% 0% 8%
Groen-blauwe diensten 35% 50% 15%
Innovatie en investeringen 30% 40% 30%
Leefomgeving en klimaat 30% 40% 30%
Motie Bisschop 60% 30% 10%

Bij de doorrekening is WEcR uitgegaan van het GLB-budget zoals dat door de Europese Commissie eerder is voorgesteld. Bij alle scenario’s is verondersteld dat budget dat wordt overgeheveld naar pijler 2 niet bijdraagt aan het boereninkomen. Verder zijn de onderzoekers ervan uitgegaan dat betalingen voor de eco-regelingen in pijler 1 voor 20% bijdragen aan het inkomen, verreweg het grootste deel van deze betaling is compensatie voor de gemaakte kosten en inkomstenderving.

Inkomensdaling

De onderzoekers concluderen dat alle scenario’s, ook het scenario-Bisschop, leiden tot inkomensdaling. Bij  de drie scenario’s waarbij meer nadruk komt op eco-regelingen gaat het in de akkerbouw om een negatief inkomenseffect van €11.000 (-15%) tot €13.000 (-18%) ten opzichte van het basisscenario ‘handhaving status quo’. Voor de melkveehouderij varieert de inkomensdaling tussen de €10.000 (-15%) en €11.000 (-16%). Wordt gekozen voor het scenario-Bisschop dan dalen de inkomens een stuk minder. Voor akkerbouwers gaat het dan om een daling van het inkomen tussen €5.000 en €6.000 omdat minder GLB-budget wordt uitgetrokken voor milieu- en klimaatmaatregelen.

Kanttekeningen

De Wageningse onderzoekers maken een aantal kanttekeningen bij hun berekeningen. Zij melden dat de variatie in agrarische inkomens groot is. De GLB-toeslag is weliswaar een constante bron van inkomsten, maar de variatie in inkomsten vanuit agrarische productie tikt zwaarder door in de inkomens.

Uit het rapport blijkt ook dat sectoren die in de huidige GLB-periode al met een sterk verminderd GLB-budget zijn geconfronteerd (zetmeelaardappelen, vleeskalveren) een redelijk stabiel inkomen hebben weten te handhaven. Schommelingen in de inkomens van melkveehouders worden eerder bepaald door ontwikkelingen op de zuivelmarkt dan door daling van de GLB-toeslagen.

Meer GLB-doelen

In een reactie op de uitkomsten schrijft LNV-minister Schouten aan de Tweede Kamer dat het WEcR-onderzoek zich slechts richt op één van de negen GLB-doelen, namelijk het waarborgen van een redelijk inkomen. Wel ziet de minister het rapport als waardevolle input voor de uitwerking van het GLB-NSP.

GLB Nationaal Strategisch Plan is een samenwerking van: